Geen opleiding, zwaar werk, geweld en mishandelingen – vrouwen op het platteland in india hebben het vaak zwaar. ashankur biedt hulp, een project van de jezuïetenmissie.
Ashankur – een zaadje van hoop
Het project
Vrouwen een toekomst bieden
Voor onze kerst inzamelingsactie van dit jaar hebben we een project in india uitgekozen, om precies te zijn een opleidingscentrum voor vrouwen in bhokar, ten noorden van pune. Onder de naam 'ashankur', dat 'zaadje van hoop' betekent, heeft zuster daphne in de loop der jaren een opleidingscentrum speciaal voor vrouwen opgebouwd.
'Indiase vrouwen, vooral op het platteland, hebben het vaak erg zwaar. Al vanaf jonge leeftijd worden ze verwaarloosd, mogen ze niet naar school, moeten ze zwaar werk doen en worden ze mishandeld. Als het meisje wordt uitgehuwelijkt en de familie de bruidsschat niet kan betalen, dan lopen ze nog gevaar ook. De vrouwen krijgen dan vaak te maken met grof geweld of ze worden vermoord.'
- Aldus zuster Daphne -
Ashankur bereikt 7.000 vrouwen in 22 dorpen
Het opleidingscentrum pakt direct een aantal zaken aan. Het gaat ze namelijk om veel meer dan een opleiding en het leren van een vak: het gaat om zelfstandigheid en het erkennen van je eigen waarde als mens. Het centrum organiseert zelfhulpgroepen in de dorpen, waar vrouwen regelmatig samenkomen om hun problemen te bespreken en ideeën op te doen over hoe ze hun dagelijkse leven kunnen verbeteren. Ze worden aangespoord om actief aan de ontwikkeling van het dorp deel te nemen en zitting te nemen in het plaatselijke bestuur. Dankzij deze aanpak werkt het project momenteel al samen met 7.000 vrouwen in 22 dorpen. Zuster Daphne ziet duidelijk welke successen er worden geboekt: 'Meer respect voor vrouwen, meer harmonie in gezinnen, samenwerking die kasten en religies overstijgt. Ook gaan er meer meisjes naar school.' Dit brengt voor veel gezinnen echter financiële zorgen met zich mee, want ze hebben nauwelijks geld voor onderwijs. Mede daarom is Ashankur aangewezen op donaties.
Bouwstenen van het project
Opleidingen op de meest uiteenlopende gebieden
Ashankur werd in het leven geroepen om vrouwen te leren weerstand te bieden tegen deze vormen van discriminatie en onderdrukking. Het is een opvangcentrum voor jonge meisjes en vrouwen uit de omliggende dorpen. Hier kunnen ze in een veilige omgeving nieuwe vaardigheden en kennis opdoen. Ondersteund door de jezuïetenmissie biedt het centrum cursussen aan op het gebied van onder meer ecologische landbouw, naaien, het maken van sieraden, leerbewerking, verpleegkunde, computerkennis en rechtswetenschap. Daarnaast krijgen ze allemaal een basisschoolopleiding. Dit is uiterst belangrijk, omdat veel meisjes en vrouwen eerder niet naar school mochten. Naast de gewone vakken maakt ook politieke scholing deel uit van het lesplan.
Op weg naar zelfredzaamheid
Zuster Daphne is van origine sociaal werkster e n ze werkt al meer dan 15 jaar met vrouwen op het platteland van India. Ze heeft hier vooral te maken met dalits, de zogeheten 'onaanraakbaren' die zijn buitengesloten van het kastenstelsel, en tribals, de oorspronkelijke inwoners van India die ernstig worden gediscrimineerd. Beide bevolkingsgroepen worden bijzonder hard getroffen door de maatschappelijke uitsluiting en de materiële armoede van de vrouwen. Vrouwen zijn vaak namelijk handelingsonbekwaam en mogen niet beschikken over hun eigen middelen – anderen beslissen over hen. Hun werkkracht en hun verdiensten zijn niet van hen, maar van hun man of familie. Ze mogen geen bankrekening, grond of huis hebben. 'Een vrouw heeft niets en daarom is ze afhankelijk van anderen. De vrouwen zijn zo gewend dat hun leven van anderen afhangt, dat ze alles doen wat van hen wordt verlangd en niets uit eigen beweging beslissen. Dat is een deel van hun identiteit en hun zelfbeeld geworden, en dat wordt eigenlijk altijd doorgegeven aan hun dochters,' aldus zuster Daphne.
Hun eigen geld beheren
Een ander belangrijk thema voor de vrouwen is financiën – ze hadden bijvoorbeeld nog nooit van sparen gehoord. In de gemeenschap in Gujarwadi waagden ze het er echter op en alle leden legden iedere maand 50 roepie opzij. Dat is omgerekend ongeveer 60 cent. Voor ons is het misschien niet voor te stellen dat zo'n klein bedrag ook maar iets betekent, maar dankzij een dergelijke stap kan het leven van arme gezinnen een positieve draai krijgen. De vrouwen in de zelfhulpgroepen organiseren zo ook hun eigen kredietsysteem. Iedere maand betalen ze een bijdrage aan hun interne bank, een kist met een slot en een penningmeester die nauwkeurig de inkomsten en uitgaven bijhoudt. Zo sparen ze na verloop van tijd een mooie som geld bijeen, die kan worden gebruikt om microkredieten te verstrekken. Hiermee kunnen vrouwen bijvoorbeeld een koe of een naaimachine kopen en zo een klein inkomen genereren.
Verbeteringen op allerlei vlakken
Iedere vrouw heeft een stem
De vooruitgang in de dorpen is ook op andere manier duidelijk zichtbaar. Het toegenomen zelfvertrouwen is voor de vrouwen een groot goed: vroeger had geen van hen het aangedurfd om alleen naar de bank of een andere instantie te stappen. Bovendien weten ze nu veel meer over hun eigen rechten. Zo is in een dorp bijvoorbeeld bewerkstelligd dat geen enkel meisje onder de 18 meer mag worden uitgehuwelijkt. Soms zijn het kleine successen, maar soms ook enorme stappen vooruit. Een ding blijft echter hetzelfde: voor de vrouwen daar maakt het een verschil!
Kavita uit Shirasgaon – Dankzij het programma vonden we de moed om naar de autoriteiten te gaan en ons te laten informeren. Tot op dat moment wisten we helemaal niet welke rechten we eigenlijk hadden.